Turkse universiteit 'Boun' is een zachte landingsplek voor queer jongeren

Turkije houdt op zondag 14 mei nieuwe presidentsverkiezingen. Onder het bewind van president Erdogan, die sinds 2002 aan de macht is, begon de onderdrukking van queer mensen echter meer geïnstitutionaliseerde vormen aan te nemen. Hierdoor zijn er in het huidige politieke klimaat niet veel ruimtes waar je openlijk queer kunt zijn. De Turks-Nederlandse İrem İlayda Zoodsma (26) zag tijdens haar studie antropologie aan de Turkse universiteit Bogazici - ook wel geliefd ‘Boun’ genoemd - dat het daar wel kan. Maar ook dat gaat niet altijd zonder slag of stoot.

Twee jonge mannen liggen verliefd in elkaars armen op het gras van de Turkse universiteit Bogazici, ook ‘Boun’ genoemd. De zuidelijk gelegen campus steekt met alle bebossing fel groen af tegen de rest van de grotendeels grijze stedelijke bebouwing. De campus wordt niet alleen opgekleurd door de plaatselijke groene vegetatie, veel studenten experimenteren er met hun kledingstijl en kapsels; die zijn even kleurrijk als de huidige ontluikende lentebloemen. Alleen houden de studenten ’s winters en in de herfst niet op met bloeien, zij staan het hele jaar door in de bloei. 

In het atelier van de kunstclub praten twee studenten met elkaar over muziek en gender. Ze hebben middellang zwart haar, neuspiercings en alternatieve kleding aan. In het Turkse culturele landschap heb je, ongeacht of het klopt, dan al snel een label als ‘lesbo’ te pakken, maar op deze plek, op deze universiteit, kunnen ze zonder deze labels bestaan. 

Foto: Queer studenten die samen in kunstclub GSK zitten.
Fotograaf: Sezin Mutlu

Boun is een van de enige plekken in Turkije waar jongeren openlijk hun queer identiteit kunnen delen zonder directe negatieve gevolgen. De universiteit kent een rijke en diverse queer gemeenschap, wat onder andere wordt ondersteund door het grote aanbod aan studentenclubs. Onder meer in de queer- en kunstclub, respectievelijk “BÜLGBTIA+” en “GSK” genaamd, is er veel ruimte voor queer mensen, of “Lubunya”, zoals ze in het Turks heten, om zichzelf te zijn.

Althans, dit was ooit het geval. Het is nooit helemaal veilig geweest queer te zijn in Turkije, ongeacht wie er aan de macht was. Onder het bewind van de Turkse president Erdogan, die sinds 2002 aan de macht is, begon de onderdrukking van queer mensen echter meer geïnstitutionaliseerde vormen aan te nemen. Waar Istanbul in 2014 nog het toneel van de grootste Pride Parade ooit was in een land met een moslimmeerderheid, er liepen naar schatting 100.000 mensen mee, wordt het in 2015 één uur voor aanvang verboden door het stadsbestuur. Vanaf 2016 worden er geen vergunningen meer afgegeven voor het houden van een parade onder het mom van “publieke veiligheid”. In 2022 werden zeventig studenten plus een docent gewelddadig opgepakt voor het houden van een Pride March op het universiteitsterrein van Boun. Daarnaast bestempelen Erdogan en zijn partij op sociale media en in toespraken, de LGBTI+-beweging stelselmatig als dé vijand voor de Turkse familie, normen en waarden, en worden queer activisten en personen naar willekeur vergeleken met terroristen. Tevens wordt door Erdogan persoonlijk regeringsgezinde rectoren aangesteld op verschillende universiteiten. Volgens professoren en studenten van de getroffen universiteiten, is het doel om de van oudsher linkse, seculiere en onafhankelijke signatuur van de topuniversiteiten in het land te breken.

Op 2 januari 2021 werd op Boun, een nieuwe rector aangewezen om de oude, minder conservatieve, te vervangen. Zowel studenten als docenten protesteerden hevig tegen het besluit. In het begin waren de protesten het zwaarst, nu, tweeënhalf jaar later, wordt er nog maar met mondjesmaat geprotesteerd. Het mocht niet baten: dat waar queer studenten bang voor waren, gebeurde toch. Een maand na zijn aanstelling sloot de nieuwe rector de queer studentenclub omwille van een zogenaamd provocatief kunstwerk, dat tijdens een protesttentoonstelling te zien was. “Hij gebruikte het kunstwerk gewoon als reden om de club te sluiten,” vertelt student en lid van BÜLGBTIA+ Zeynep Saravin (21) laconiek. Op het kunstwerk was Sahmeran afgebeeld, een slangenvrouw die onderdeel is van Turkse, Koerdische, Iraanse en Iraakse folklore. Ze was op de Kaäba, wat het centrale heiligdom is van de Islam, geplaatst, omringd met queer vlaggen. Hoewel BÜLGBTIA+ het kunstwerk niet maakte of zelf tentoon stelde, werd de club toch gesloten. “Zodra de nieuwe rector werd aangesteld, wisten we toch al dat het ging gebeuren,” zucht Saravin.

Foto: Muziekjam tijdens de protesten in 2021.
Fotograaf: Sezin Mutlu

Het gemis is groot, vertellen de studenten. De club was verantwoordelijk voor inclusieve en emanciperende activiteiten op de campus en zorgde zo voor fysieke ontmoetingspunten en representatie. In deze nieuwe periode moeten de queer studenten zich waakzamer organiseren. Studenten durven minder dan vroeger en het openlijk dragen van de queer vlag is niet meer zonder risico. 

Openlijke organisatie wordt onmiddellijk de kop in gedrukt, dus moeten de studenten het voortaan doen met ondergrondse signalen. Student Ilker Erdogan (20) wordt bijvoorbeeld door medestudenten op de introductiedagen aangesproken over het bestaan van een WhatsApp-groep van de queer club. Dit alles gebeurt op basis van aannames en onderlinge herkenning: hij lijkt een veilige keuze door zijn nagellak en oorbellen. BÜLGBTIA+ wordt door andere studentenclubs in het geheim ondersteund met het organiseren van activiteiten op de campus. Ondanks de steun van andere clubs is het moeilijk om deze activiteiten in goede banen te leiden. Een poging om op campus op het centrale grasveld een queer film op groot scherm te kijken, wordt volgens deelnemers bruut verstoord. Het universiteitsbestuur zet de sproeiers aan en verhindert zo de activiteit. Tevens stonden bij de ingang van de campus twee bussen vol met oproerpolitie te wachten bij eventuele ongeregeldheden. Alleen de rector is gemachtigd om politiesteun in te schakelen op de universiteit, wat privéterrein is. Volgens de studenten werd de politie ingeschakeld om hen gewelddadig op te pakken mochten zij reageren op het verbieden van de activiteit door middel van een protest. 

Studente Günes Sönmez (21) wil graag samen met GSK een cursus organiseren waarbij queer historische kunst centraal staat, genaamd: Queer kunstgeschiedenis in de praktijk. Onder het nieuwe bewind is het niet mogelijk om de cursus openlijk te promoten als queer. Uiteindelijk kiest zij ervoor om autocensuur toe te passen en de cursus een andere naam te geven: Kunst en identiteit in de geschiedenis. De inhoud blijft hetzelfde maar de promotie zal queer neutraal moeten. In een poging om toch een queer ontmoetingsplaats en safe space te ontwikkelen, stopt ze een strikvraag in het aanmeldingsformulier: hoe had deze cursus geheten als er geen autocensuur was toegepast? Alleen degene die in hun antwoord vermelden dat in de oorspronkelijke titel het woord queer zit, en dus begrijpen dat het om een queer cursus gaat, zijn welkom. Tot haar blijdschap zijn er genoeg aanmeldingen die het snappen.

Desondanks blijft Boun in vergelijking met de rest van het land nog steeds een safe space in het continu verslechterende politieke klimaat in Turkije. De universiteit biedt jonge queer studenten de ruimte om hun queering-of-age dilemma’s ongestoord het hoofd te bieden. Losgezongen van hun, veelal conservatieve en beknellende culturele achtergrond kunnen zij eindelijk eerlijk zijn tegenover zichzelf. “Op de middelbare school had ik crushes op vrouwen, maar door geïnternaliseerde homofobie probeerde ik ze te verklaren,” vertelt student Sude (22). “Ik vertelde mezelf dat het kwam doordat ik geen aandacht van mannen kreeg, of omdat ik niet aantrekkelijk genoeg was. Alles om maar te geloven dat ik niet echt queer was. Pas op Boun realiseerde ik me wat voor een sukkel ik al die tijd was en sloot ik vrede met mezelf en mijn seksualiteit.” Tot op vandaag is toegelaten worden op deze universiteit voor sommige queer jongeren van levensbelang. “Er is geen andere plek waar ik mezelf kan zijn,” beaamt Ilker Erdogan. “Ze hebben het altijd over vroeger,” deelt Sönmez dromerig, “hoe ze toen vrijer waren, en hoe alles beter was. Maar ik vind het wel fijn hier.”

Noot van de redactie: sommige mensen in het artikel zijn geanonimiseerd in verband met hun veiligheid. Alle namen zijn bij de redactie bekend.

Genoten van dit artikel? Word ‘
friend’ van Lilith en support onze journalistieke en feministisch platform of doneer.

Enjoyed this article? Become our friend and support us or donate.

ArtikelenIrem Zoodsma