niet eerder kon ik je meenemen

blote voeten lopen minder moeilijk over duinen in de ruimte tussen

dag en avond. in de ene hand slippers, in de ander een haast lege

fles japanse whisky. je zei dat ik je overal naartoe mocht

brengen als het zover was. om jou te bereiken moet ik verder

kijken dan de kust, de herinnering aan jou vergeven aan een diepte

die vanaf de oever troebel ziet, nu


je mij aanraakt zoals de korrels langs mijn voetholtes schrapen, niet

langer blijven plakken. het water is


goed bereikbaar wanneer je zelf wassend tij bent en golven

zijn onstuimig, ontnemen mij de adem. dit afscheid is aritmisch, voordat je

losliet vergat je te zeggen dat het enige terugkerende

gemis is. de juiste plek voor rouw


is ingebed in onbepaalde coördinaten, soms geven tranen aan

dat je er bent, ik teken je naam in het natte zand. wanneer de vloed

de letters wegvaagt, zal ik je vinden in de holten van de duinen,

in de welving van de zee.